HET PAARDENGEBIT

Een volwassen paard heeft 12 snijtanden en 24 kiezen. Soms zijn er wolfskiezen kiezen aanwezig en hengsten/ ruinen hebben haaktanden waardoor het maximum aantal tanden in de paardenmond 44 bedraagt. De snijtanden worden gebruikt om het gras af te bijten, de kiezen vermalen het voer, haaktanden zijn voor verdediging van de hengst en de wolfskiesjes veroorzaken vooral rijtechnische problemen. 

Het paard gebruikt de kiezen voor het vermalen van vezelrijk materiaal. Omdat de kiezen 2-3 mm per jaar groeien (uit de kaak geduwd worden), is het belangrijk dat ze in hetzelfde tempo afslijten door middel van het eten van voldoende ruwvoer. De kauwbewegingen zorgen ervoor dat de kiezen gelijkmatig afslijten. De maalbeweging moet hierbij naar alle kanten uitgevoerd kunnen worden, dus zowel van rechts naar links als ook van voor naar achter.

Door anatomische afwijkingen, problemen tijdens het wisselen, pijn en slijtagestoornissen, verdwijnt de eenheid die de kiezen normaal gezien vormen en ontstaan afwijkingen aan het paardengebit. Hiermee begint er een neerwaartse spiraal: immers door een afwijking worden de kiezen niet meer correct afgesleten en daardoor wordt de afwijking nog groter. 

Het wisselen van tanden en kiezen vindt plaats vanaf 2,5 jaar tot aan het 5e levensjaar. Wij raden vanaf 3 jaar de eerste gebitscontrole aan. Wolfskiesjes worden zo op tijd verwijderd en gebitsafwijkingen corrigeren we voordat het problemen oplevert met rijden. Onderstaande afbeeldingen geven de snijtanden van een jong en oud paard weer.

SNIJTANDEN VAN EEN JONG PAARD (TEVENS EEN PERSISTERENDE MELKTAND ZICHTBAAR, DIT IS EEN TAND DIE NOG NIET IS UITGEVALLEN EN DOOR DE BLIJVENDE TAND WEG WORDT GEDRUKT)
SNIJTANDEN VAN EEN OUD PAARD