LINTWORM
Oftewel Anoplocephala perfoliata
De lintworm is voor zijn levenscyclus afhankelijk van grasmijten, die het paard door grazen binnen kan krijgen. Wanneer uw paard een besmette grasmijt op eet, komt de worm vrij uit de grasmijt en hecht zich aan het darmslijmvlies. De worm leeft enkele maanden tot jaren en scheidt elke keer dat hij groeit een pakketje eitjes uit. De tijd tussen besmetting en het uitscheiden van eitjes is ongeveer 6-10 weken. Wanneer de eitjes uitgescheiden worden, kunnen ze enkele maanden overleven in de omgeving. Ze moeten vervolgens eerst door een grasmijt op gegeten worden. In de grasmijt vindt de eerste ontwikkeling plaats, die twee tot vier maanden duurt. Daarna is de besmette grasmijt pas weer besmettelijk voor uw paard.
VERSCHIJNSELEN
Een lintwormbesmetting geeft meestal geen duidelijke verschijnselen. Er kan wel koliek optreden! De worm hecht zich graag vast op de overgang van dunne naar blinde darm en veroorzaakt daar vervolgens een verstoppingskoliek. Ook krampkoliek als gevolg van een besmetting is beschreven. Met name bij jonge paarden zien we soms heftigere en langdurige koliek, door een instulping (invaginatie) van de blinde of dunne darm. Dit is pijnlijk en kan niet herstellen zonder operatie. De kansen op herstel zijn (ook mét operatie) klein.
DIAGNOSE
De diagnose is zeer lastig te stellen! Het standaard mestonderzoek is niet erg geschikt om eieren van de lintworm mee te vinden, daarnaast worden eitjes tijdens een besmetting ook niet continu uitgescheiden. Sinds kort is er wel een speekseltest beschikbaar die kan aantonen of er sprake is van een lintwormbesmetting.
BEHANDELING
Behandelen kan door middel van ontwormen. Lintwormen zijn ongevoelig voor de meeste standaard wormmiddelen (ivermectine, moxidectine, fenbendazole en pyrantel). Het middel van keuze is praziquantel. Dit middel zit vaak in een combinatie-preparaat met ivermectine of moxidectine. De besmetting met lintworm is op zijn hoogtepunt aan het einde van de herfst of het begin van de winter, dat is dan ook het moment om te ontwormen.
Belangrijk bij het ontwormen is dat het gewicht correct ingeschat wordt, dat kan bijvoorbeeld met een gewichtsmeetlint. Meer dan de helft van de volwassen warmbloed-paarden weegt meer dan 600 kg, en sommige tubes gaan maar tot 600 kg! Zorg er ook voor dat uw paard niets knoeit van de wormkuur, geef hem altijd in een lege mond. Door knoeien kan uw paard te weinig binnen krijgen en dit veroorzaakt resistentie onder de aanwezige wormen. Geef uw paard liever iets te veel, dan iets te weinig: behalve bij moxidectine (Equest, Equest pramox) en bij veulens. Doseer veulens altijd strikt op gewicht en zorg dat ze alles binnen krijgen en niets uitspugen.
PREVENTIE
Omdat het stellen van een diagnose erg lastig is, adviseren wij jaarlijks preventief te ontwormen tegen lintworm. Daarnaast is goed weidemanagement altijd van belang. Weid regelmatig om en zorg dat uw paarden ‘schoon’ op de nieuwe weide gaan. Verwijder zeer regelmatig alle mest van de weide. Dit is zeker in het geval van een lintwormprobleem van belang, aangezien de uitgescheiden eitjes direct besmettelijk zijn voor de grasmijt. Zorg er voor dat het aantal paarden is afgestemd op de grootte van uw weiland. Hoe meer paarden per vierkante meter, hoe hoger de besmettingsgraad van uw weiland.
Laat bij aankoop van een nieuw paard, altijd eerst de mest controleren op wormen. Zo nodig kan dan ontwormd worden en kunt u het paard ‘schoon’ op uw weide zetten. Daarmee voorkomt u besmetting van uw andere paarden.
Meer informatie? U kunt altijd bellen met 040-7200819 of een e-mail sturen naar info@boschhoven.nl.