DRACHTBEGELEIDING

Voor alle facetten rondom de voortplanting van paarden kunt u bij ons terecht. Wij begeleiden u graag bij o.a. het vaststellen van de cyclus van de merrie, het bepalen van het moment van de eisprong, het insemineren, de drachtperiode en de geboorte van het veulen. Wij kunnen uw merrie met vers gekoeld sperma insemineren. De genoemde begeleiding bieden wij bij u aan huis of op de kliniek. 

U bent tevens bij ons aan het goede adres voor verder onderzoek wanneer uw merrie niet drachtig wordt of afwijkend gedrag vertoond. 

Heeft u besloten uw merrie te laten dekken dan adviseren wij u eerst onderzoek uit te laten voeren. De merrie dient onderzocht te worden door middel van rectaal en echografisch onderzoek. Er wordt gekeken of de vulva van de merrie goed sluit, er geen bacteriële infectie aanwezig is in de baarmoeder en wat de status van de cyclus van de merrie is. 

DE VRUCHTBAARHEIDSCYCLUS VAN DE MERRIE

In het voorjaar worden de dagen langer. Door de toename van daglicht komen er hormonen in de merrie vrij die zorgen voor de rijping van een eitje. Tijdens dit proces wordt de merrie hengstig. Wanneer het follikel voldoende gerijpt is vindt de eisprong plaats. Dit is op circa de 21ste dag van de cyclus van de merrie. De merrie dient op dit moment geïnsemineerd te worden. Zestien dagen na het insemineren dient de merrie middels echografie gecontroleerd te worden op dracht. Tijdens deze controle kan tevens een tweelingdracht in beeld gebracht worden waarna in een vroeg stadium ingrijpen mogelijk maakt. Zes weken na deze controle dient de echo herhaald te worden om het veulen te controleren op een kloppend hartje. Ten slotte adviseren wij de merrie voor het einde van september nogmaals te controleren zodat bij eventuele afbraak van de dracht een gust verklaring kan worden opgesteld voor de hengstenhouder. Onderstaande afbeelding geeft schematisch weer hoe de cyclus van de merrie verloopt. 

Wanneer de merrie niet direct drachtig wordt is het soms nodig de begeleiding gedurende enkele cycli/ eisprongen vol te houden. De kans op dracht bij een dekking is namelijk 60 tot 70%. De eisprong zal middels echografie vastgesteld worden. Rondom de eisprong wordt de merrie om de dag of zo nodig dagelijks onderzocht en tijdig geïnsemineerd. Wanneer dracht uitblijft dient de oorzaak onderzocht te worden door o.a. een baarmoederonderzoek. 

DE GEBOORTE VAN HET VEULEN

Een merrie is vanaf het moment van bevruchting ongeveer 11 maanden dragend, ofwel 335 dagen. Een veulen dat vóór de 320 dagen geboren wordt is te vroeg en heeft een aanzienlijk kleinere kans om te overleven. Een dracht langer dan 335 dagen geeft doorgaans geen problemen.

Wanneer het veulen op komst is vertoont de merrie vaak ander gedrag. De merrie wordt onrustiger, kan milde koliekverschijnselen vertonen, krijgt dikke uiers waar al wat melk uit druppelt (kegelen) en krijgt waarneembaar slappere bekkenbanden. 

De geboorte van een veulen is onder te verdelen in drie fasen:

  • De ontsluitingsfase. Tijdens de ontsluitingsfase begint de baarmoeder samen te trekken en draait het veulen in de goede positie. Het veulen zal, bij een normale ligging, draaien met zijn voorste hoeven naar de vulva met het hoofdje tussen de voorknieën.
  • De uitdrijvingsfase. Tijdens de uitdrijvingsfase klapt de waterblaas en komen de voorbenen van het veulen in het geboortekanaal naar de vulva. De merrie begint met persen waarna het veulen binnen circa 20 minuten geboren wordt. De voorbenen komen als eerste tevoorschijn gevolgd door het hoofd en de rest van het lichaam. Duurt de uitdrijvingsfase langer dan 20 minuten dan dient de dierenarts direct ingeschakeld te worden.
  • De nageboorte. De nageboorte, ook wel placenta, komt normaal gezien binnen een tot twee uur na de geboorte van de merrie af. Deze nageboorte bestaat uit de pootjesblaas, waterblaas en soms een veulenbroodje. De nageboorte moet in zijn geheel zijn afgekomen om baarmoederontsteking en andere problemen bij de merrie te voorkomen. Als deze niet volledig is afgekomen dient u direct met ons contact op te nemen.

Na de geboorte is het van belang dat het veulen binnen 2 uur zelfstandig staat en drinkt bij de merrie. Het veulen zal de eerste biest bij de merrie drinken welke belangrijke voedingsstoffen en antistoffen bevat. Veulens worden geboren zonder afweer en zijn dus 100% biest afhankelijk. Na 24 tot 36 uur nemen de darmen geen antistoffen meer op. Deze eerste dag is dus van groot belang. Het is aan te raden het veulen te controleren op antistoffen om zo vast te kunnen stellen dat het veulen voldoende antistoffen binnenkrijgt. 

Tot slot is het belangrijk dat het darmpek (de eerste ontlasting van het veulen) binnen 24 uur uitgescheden wordt. Wanneer het darmpek niet goed afkomt gaat het veulen persen, de kans op een blaasreptuur is hierdoor aanwezig. Het veulen kan dan een clysma toegediend krijgen om het afkomen van het darmpek te vergemakkelijken. Ga nooit zelf proberen de harde ontlasting uit het rectum te peuteren, contacteer de dierenarts! 

BELANGRIJK RONDOM DE GEBOORTE

Om het veulen voldoende bescherming te bieden na geboorte is het aan te raden de merrie correct te vaccineren en ontwormen. De entstoffen en ontwormingsmiddelen die via de merrie binnen komen worden via een membraan aan het veulen doorgegeven. Voor de influenza tetanus vaccinatie dient de merrie gevaccineerd te worden in het laatste trimester van de dracht. Voor de rhino vaccinatie dient de merrie geënt te worden op de 5e, 7e en 9e maand van de dracht. Tevens dient de merrie 2 weken voor de uitgerekende datum ontwormd te worden met ivermectine of moxidectine. Dit voorkomt een veulenworm besmetting van het veulen of via de melk van de merrie. 

Daarnaast is het belangrijk de merrie enkele weken voor veulenen niet meer te verplaatsen. De merrie heeft een goede afweer opgebouwd op de huidige locatie en zo ook voor het veulen. Wanneer de merrie kort voor het veulenen verplaatst wordt kunnen hier problemen bij ontstaan. Tot slot dient de stal van de merrie schoon te zijn met voldoende bodembedekking zodat het veulen grip heeft bij het opstaan en schoon en droog kan gaan liggen. 

HET VEULEN

Voor de eerste paar maanden heeft het veulen voldoende antistoffen van de merrie meegekregen. Om het veulen hierna te beschermen dient het veulen 3 en 5 maanden na de geboorte ontwormd te worden met Strongid-P of Panacur. Daarnaast dient het veulen uiterlijk 6 maanden na de geboorte gevaccineerd te worden voor influenza en tetanus. Deze enting dient na 1 tot 3 maanden, na een half jaar en vervolgens jaarlijks herhaald te worden. 

Heeft u nog vragen over de merriebegeleiding, geboorte of het veulen? Wij staan u graag te woord!